Vrijdag 4 oktober, 8e reisdag

Een dag in de woestijn Ik slaap goed en voor mijn doen lang, wat lekker dat we een keertje uit kunnen slapen.
Na een lekkere douche op naar het ontbijt wat er weer overheerlijk uitziet. Ze ontbijten zelfs met olijven.
Ik loop daarna voor de zekerheid toch maar even naar de naar de receptie omdat ik zeker wil weten dat de prijs die ik heb afgesproken klopt met wat er straks moet worden afgerekend. Het is maar goed dat ik ga want ze weten het niet meer, of ik wel heb aanbetaald? De internetverbinding is er niet dus ik kan niet inloggen bij de bank. Dan maar mijn kasboek er bij gepakt. Ik kan hiermee de datum en het betaalde bedrag laten zien. Dat brengt opluchting want nu kunnen ze het terug kijken en hebben ze het gevonden. Ja hoor we hebben aanbetaald. Het uiteindelijke bedrag wordt uitgerekend en nu kan iedereen gaan betalen. Alles komt goed Inshallah.

We kunnen tot we op de kameel stappen onze spullen in een andere kamer opbergen. Fijn dan kan de koelbox nog aan blijven staan. Ik bestel 30 kamelen vanmiddag, dat heb ik nou nog nooit mogen doen, 30 kamelen bestellen. Het geeft me een goed gevoel, straks met zijn allen op de kameel naar een kampement midden in de zandduinen. We vertrekken om 17:30 uur zodat we vanaf de kameel de zon onder kunnen zien gaan. Ik ben heel benieuwd.
Iedereen heeft vandaag dus ruimte om te doen wat hij of zij wil. Jelmer en Meerten maken prachtige beelden met de drone (verboden overigens) anderen wandelen het zand in. Er wordt gezwommen, geluierd, heerlijk na al de dagen behoorlijk vroeg op. Ik zit in de hal van het hotel, waar het nog redelijk koel is en type aan mijn verslag. Straks gaan we even Merzouga in, leuk.
Wim-Arie en ik rijden richting Merzouga, er ligt daar een klein meertje en daar willen we even kijken. We vinden het meer en het is er erg vredig. Er staan flamingo’s in het water en het stikt er van de kamelen die lopen te grazen of liggen te luieren. Er slapen er zelfs een paar en ik heb nooit geweten dat ze dan helemaal vooruit met hun kop op de grond liggen, een apart gezicht.


Half vier zijn we weer terug in het hotel, net op tijd om Jelmer en Meerten op de quad weg te zien rijden, die gaan een uurtje onder leiding van een gids het zand in. Het ziet er stoer uit als ze vertrekken, nog stoerder zijn de foto’s bij terugkomst, vooral die van Jelmer waarop hij onderuit is gegaan. We hebben nog even tijd om te zwemmen en onder de bezielende leiding van Jaco en Johan doen we aan aquarobics, want we moeten natuurlijk blijven bewegen.
Kwart over vijf heb ik contact met Marja onze steunpilaar in haar uitzending van Marja’s bingo correlatieshow. Het is maar even want de verbinding valt weg. Toch fijn dat we haar weer even hebben kunnen spreken, alleen dat ze denkt dat Erg Shebbi erg shabby is. Nou dat valt dus echt wel mee.


We stappen op de kamelen en het is een imposant gezicht, 30 kamelen voor onze groep. Wat een plaatje, al die kamelen op een rij, de prachtige schaduwen in het zand, de kleuringen van het zand, dit is zo’n geweldige ervaring! We lopen een flink stuk de duinen in om straks naar de zonsondergang te kunnen kijken en midden in de zandduinen stappen we af en wordt er een dekentje voor ons uitgespreid. We gaan zitten om de zon weg te zien zakken achter de zandduinen. De kleuren veranderen continue en de zon zakt steeds lager. Ik fotografeer me een ongeluk, bang on iets te missen van deze natuurschoonheid. We worden er steeds stiller van en beginnen steeds zachter te praten, deze schoonheid moet je niet verstoren met hard gepraat of gelach.


Daarna klimmen we weer op de kamelen, wat nog wel een dingetje is, want ook al ligt hij op zijn knieën je moet toch een behoorlijke zwaai maken met je been om erover heen te komen. Het omhoog komen van de kameel is nogal een ervaring, je zwiept behoorlijk heen en weer voordat je de lucht in bent gebracht. Wat een rust, mee met de bewegingen van de kameel, proberen relaxed te zitten en te genieten. Het is donker als we muziek horen het geluid komt steeds dichter op ons af. Ons kampement voor deze nacht. We komen aan in een sprookje, er is vuur gemaakt in een ijzeren bak, overal branden Marokkaanse lampen en over de tapijten lopen naar ons kampement. Vier donkere mannen in spierwitte pakken maken muziek en heten ons welkom het is meer dan geweldig. Degene die het kamp bestiert ken ik nog van vorige keren, hij vertelt me dat hij is begonnen als kamelendrijver en nu runt hij dit kampement en verdomde goed zo te zien. Wim-Arie en ik moeten alle hutten bekijken en we komen niet meer bij van verbazing. Hoezo hebben we iedereen gezegd, let op neem extra spullen mee, je kunt er niet douchen, etc. We zien de ene na de andere luxueuze tent voorbij komen, prachtig ingericht, iedere tent weer een andere kleur, aan de handdoeken zijn zelfs pompoentjes genaaid en is in een woord geweldig. Alle teams zijn in opperste verbazing omdat ze iets primitiefs hadden verwacht, nou ik heb nieuws wij ook! Ik kijk mijn ogen uit, wij hebben de Tommy Cooper tent. Alle bankjes met rood pluche bekleed, de lampen als een Fes, rode pluimen aan de gordijnen, zilveren kussens op het bed, nootjes en water op tafel, het kan niet op. Nadat iedereen zijn kamer is gewezen kunnen we gaan eten en alweer is het overheerlijk, wat is dat Marokkaanse eten toch lekker. Daarna weer muziek en dans rondom het kampvuur en dat vind ik het genoeg, ik ga genieten van mijn mooie bedoeïenen tent. Ik voel me net een prinses als ik in mij chique bed schuif en ga even zitten genieten met mijn rug tegen de mooie zilveren kussen en een glaasje wijn in mijn hand. Daarna slaap ik als een roos, wat is dit een heerlijk bed.