Ik ben vroeg wakker, Petra die vannacht bij mij in de kamer heeft geslapen ligt nog heerlijk te slapen. Ik drink een kopje koffie bij de buren en dan duik ik onder de douche. Mijn nette kleding aan en mijn oranje stropdas om. Priti staat te popelen want zij mag mee naar de Ambassade. Ik zit even voor mijn hut en zie links en rechts oranje stropdassen voorbij schuifelen, wat een leuk gezicht. Bij het ontbijt wordt er nog flink gestropt want Robert weet een dubbele te maken en we willen er natuurlijk zo goed mogelijk uit zien. Piet heeft nog een paar doosjes speldjes van de Nederlandsche vlag meegenomen dus we zijn goed voorzien. Ik zie zelfs Nederlandse vlaggen op een paar auto’s, we zijn er helemaal klaar voor. We kunnen gaan rijden, op naar Dakar! We rijden door straten waar het alweer een drukte van jewelste is. Fruit, koffie, is al weer overal te koop. Er wordt gelast, alle buitendeuren en hekken worden met de hand gemaakt. De banden zaakjes zijn al weer open en je kunt alweer bezems kopen. Die zijn trouwens van zo’n beroerde kwaliteit dat je er meerdere per jaar aan moet schaffen.
We rijden langzaam aan richting de snelweg en dan kunnen we lekker doorrijden, dat is al weer even geleden. We rijden langs het strand en ik vraag me af waarom ik zoveel half ingegraven autobanden zie. Ik kom er al gauw achter, het zijn de omtrekken van een voetbalveld met twee zeer kleine zelf getimmerde doelen. Jammer dat er geen wedstrijd is. Ook in Senegal zijn ze net zoals In Gambia dol op voetbal. Zowel om te kijken maar ook om te spelen. Er is niet veel nodig om te kunnen voetballen . Het wordt eigenlijk altijd op zand gespeeld, géén schoenen? Dan voetbal je op blote voeten. Géén fluit? Dan gebruik je twee roestige blikjes die je tegen elkaar slaat. Een bal is wel onontbeerlijk. Je kunt merken dat we dichter bij Dakar komen, het wordt drukker en drukker op de weg en we staan af en toe bijna stil op de weg rondom Dakar. Het lijkt Parijs wel, de scooters razen overal tussendoor en je moet dus goed opletten. We hebben ruim de tijd genomen, liever te vroeg dan te laat. Dakar is groot en vooral langs de snelweg staan veel nieuwe gebouwen of er wordt nieuw gebouwd. Vooral dat laatste, veel grote nieuwe gebouwen. We komen aan bij de residence van de Ambassadeur en worden hartelijk welkom geheten. De koffie staat klaar, de Ambassadeur, Sulayman en Lieke (de laatste twee werken ook op de ambassade) zijn aanwezig en zijn oprecht geïnteresseerd in onze reis. Maar ook wij horen wat een ambassade doet en waar zij allemaal mee bezig zijn. Zeker geen onbelangrijk werk, goed voor Senegal, goed voor Nederland en goed voor de Nederlanders die hulp nodig hebben, denk aan een nieuw paspoort. We horen dat 75% van de bevolking is jonger dan 25 jaar. Vrouwen krijgen gemiddeld zeven kinder en als ze gestudeerd hebben maximaal 3. Ze zijn door hun studie meer krachtig geworden. Mooi om te horen, dat is precies waar wij het voor doen, de vrouwen meer kansen bieden en zelfstandig te worden, wij zijn goed bezig. De ambassade in Dakar is voor Senegal, Guinee Bissau, Guinee Conakry, Gambia en Kaap Verdie. Ze bestrijken dus een behoorlijk gebied. Ik bied aan om ook in Senegal een cursus te geven in het maken van uitwasbaar maandverband en ga daar contact met Lieke over onderhouden. Ook hier is het hard nodig! We zijn op de terugweg en passeren een enorme afvalberg die in de brand gestoken is. Afvalverwerking blijft lastig in dit soort landen, het is er gewoonweg niet, alles wordt op een hoop gedumpt en in de brand gestoken. Als we stoppen voor brood komen er drie jongetjes met een emmertje in hun hand bedelen. Dat zie je hier overal, vaak wordt er één kind uit de familie naar een internaat gestuurd om de Koran te leren. In de praktijk komt het er op neer dat ze hele dagen lopen te bedelen met hun emmertje. Het zou zo moeten zijn dat ze op vrijdag bedelen en de rest van de week onderwijs krijgen. Dit komt bijna niet voor, het is zo triest om deze. Kinderen rond te zien lopen. We geven ze alledrie een mandarijn die ze direct pellen en opeten. Hebben ze in ieder geval wat in hun maag. Als ze geld ophalen moeten ze dat s’avonds inleveren bij de Imam, dus beter iets te eten geven. We kopen onderweg fruit, een ontzettende hoeveelheid brood en water, kunnen we er morgen weer tegenaan. Het is heel dubbel, morgen rijden we Gambia in, onze laatste overnachtingsplek en dan zijn we er. Een einde aan een geweldige reis en een prachtige groep mensen. Jammer dat het over is, leuk om weer thuis te komen.