Dag 5, Dinsdag 25 Oktober

Oei wat gaat de wekker vroeg, het is 06.00 uur als het alarm afgaat. Eerst maar eens douchen om goed wakker te worden. Daarna de auto weer inpakken en op naar de receptie waar iedereen zich uiterlijk om 7.00 uur moet melden en wat denk je iedereen is er om 7.00 uur. In konvooi met knipperende lichten rijden we naar de haven. Een mooi gezicht al die auto’s in een sliert achter elkaar met die knipperende lichten. Bij de haven aangekomen staan de 3 Belstar teams al op ons te wachten want zij hebben in Tarifa geslapen. We rijden met zijn allen het haven terrein op maar mogen ons nog niet opstellen voor de ferry omdat de 8 uur boot nog moet vertrekken. We parkeren, drinken wat, eten een appeltje en maken wat filmpjes. De tijd vliegt om en voor we het meten mogen we ons opstellen om de boor op te gaan. Maar eerst de boottickets controleren, tot twee keer toe, stukje doorrijden tot aan een politie post en paspoort laten controleren. Het is in orde , we mogen de boot op. Wij zijn de eerste die de boot oprijden en volgen de bevelen van de mensen op de boot op. Je auto moet precies goed staan op een bepaalde plek om hem vast te kunnen zetten met banden. Dit in het geval van een ruwe zee om te voorkomen dat de auto’s gaan schuiven. We lopen naar boven, regelrecht naar het douanekantoortje waar nog niemand aanwezig is. We blijven gewoon staan dan zijn we zeker als eerste aan de beurt. En na een poosje komen de douanebeambten er aan, worden de koffers opengeklapt en worden we geholpen. Allemaal het formulair sanitair afgeven en je paspoort af laten stempelen. Ineens blijken er weer regels te zijn verandert want ik moet met een lijstje komen van de hotels waar we verblijven. Dan maar een handgeschreven lijst maken. Daar zijn ze ook tevreden mee. Het is een mooie boot en alles ziet er keurig uit, zelfs de toiletten. We komen aan land in Tanger Ville, een relatief kleine haven en gemoedelijker als je het vergelijkt met Tanger Med. We rijden de boot af en ik heb mijn djellaba al aangetrokken, een knalrode dit keer. Het maakt altijd indruk als in een djellaba rond loopt. De douaniers controleren alle auto’s en lopen met een drugshond langs ieder voertuig. Je zou toch denken dat is raar gaan de drugs niet de andere kant op? Maar Nederland schijnt het grootste exportland van harddrugs te zijn, vandaar deze controle. De gewone auto’s mogen snel door maar de bussen moeten aan de kant. Er wordt zelfs in de bananendozen gekeken. We moet wachten en wachten en wachten, we weten niet waarom maar oké, we wachten. Eindelijk komt het opperhoofd er aan en er blijkt weer een regel verandert te zijn, je moet van te voren aan het ministerie van ????? toestemming vragen om al die spullen Marokko door te voeren. Maar hij is mild, maakt complimenten over mijn djellaba en mijn Arabische tatoeage op mijn arm. Ook mijn gelakte nagels worden nog even geprezen, maar of ik de volgende keer dan ook een Marokkaanse vlag op mijn nagels wil laten lakken. Tuurlijk doen we dat beloof ik hem plechtig en we mogen door. We zijn in Marokko! Op naar supermarkt Marjane voor telefoonkaartjes en geld wisselen. Wat een zooitje bij de telefoonkaarten winkel. Het duurt uren voordat iedereen geholpen is. Ik koop een kaartje voor mijn mifi en ze krijgen het niet voor elkaar om de code er af te halen wat nodig is voor de mifi.  Na uren stap ik gefrustreerd naar de buren en probeer het daar. Binnen 10 minuten heb ik een kaartje en het werkt!! Op naar de parkeerplaats en naar de camping, ja dat had je gedacht. Harm heeft de bus dicht gedaan met zijn sleutel in de bus dus hij heeft een probleem. Maar hij belt een garage en die zeggen binnen 15 minuten is er iemand, dat klopt niet helemaal maar er komt wel iemand, Met de restanten van oude bloeddrukmeters die hij tussen het portier zet en opblaast krijgt hij de deur een stuk open en kan hij met een stuk ijzerdraad het portier openen. Ik denk dat die man nog nooit zo enthousiast door een groep is bedankt als door ons. O wat zijn we blij, we kunnen gaan rijden. Gelukkig halen we de camping net tegen donker aan, want het is nogal bergachtig en  kleine kronkelige weggetjes. De jongen achter de receptie kent me nog van de vorige keer en begroet me hartelijk. Wim arie en ik slapen in “de bungalow” vertelt hij enthousiast. De bungalow is een kamertje met een twijfelaar waarvan het achterschot gevaarlijk heen en weer gaat. Op de grond ligt nog een dun matrasje en we hebben een terrasje voor. Het enige wat echt mooi aan de kamer is dat is de blauwe kleur waar Chefchaouen zo om bekend staat. We gaan niet meer eten want ik trakteer op een borrel op ons terras. Vandaag ben ik 66 jaar en zeven maanden oud wat betekent dat mijn AOW in gaat en dat vieren we met die borrel. Een gezellige avond, mijn fles gin is al leeg jammer genoeg.