Dinsdag 1 oktober, 5e reisdag

Van Europa naar Afrika De wekker gaat om half zeven want we moeten om half acht klaar staan bij de poort. We rijden met zijn allen in konvooi naar de boot, de knipperlichten aan zodat er geen auto’s tussen schieten. Inmiddels kwart voor acht en het is nog donker. We komen aan bij de haven en moeten ons in twee rijen opstellen. We staan naast een groep motorrijders die een week offroad gaan rijden in de zandduinen, geweldig lijkt me dat.

Het gaat voorspoedig en we zijn vrij snel de boot op, we volgen de instructies van de bootmedewerkers en staan binnen de kortste keren naast de auto en kunnen naar boven om in de rij te gaan staan voor ons CIN nummer. Die rij is heeeeeeeeeeeeeeeeeeeel lang en het duurt ook heeeeeeeeeeeel lang. Er moet flink gestempeld worden in de paspoorten en dat vergt natuurlijk tijd. Ik zit nu mijn verslag te typen en de rij lijkt onuitputtelijk, het gaat maar door. We hebben een prachtige boot, dat heb ik wel eens heel anders meegemaakt. Zelf de koffie en de croissants zijn heerlijk. Ik kan zelfs mijn laptop aan het stroom zetten, het moeit niet mooier worden.

We rijden van de boot af en moeten opstellen in rijen, ik vind het echt spannend, hoe komen wij er door? Gaan er auto’s verzegeld worden, moeten we de auto’s helemaal uitpakken? Zodra we staan opgesteld stap ik de auto uit naar mijnheer pet, hij kijkt verbaasd dat ik de leader van de groep ben maar vindt het geloof ik ook wel leuk. Hij vraagt de lijst met alle deelnemers en waar we naar toe gaan. Ik loop alle auto’s langs om aan te geven wat ze moeten laten zien en dan is er geen ontkomen meer aan, de eerste auto is aan de beurt. Ze lopen ook met een snuffelhond langs sommige auto’s en daar snap ik nou echt niets van. Je zou toch eerder denken dat je iets uit Marokko smokkelt en niet naar Marokko! Maar goed één voor één moeten we langs het loket en mogen we door. Het geluk is aan onze zijde want binnen de kortste keren zijn we er allemaal doorheen zonder toestanden.

We zijn in Marokko!

We rijden eerst naar Tetouan waar we bij de grote Marjane supermarkt een telefoonkaart kopen en geld wisselen. Als hoogtepunt het terugkerende feest van een gegrilde kip waar je een fles cola gratis bij krijgt. Op de motorkap van de auto verschalken we de kip en het is weer net zo lekker als de vorige keer. We kunnen er weer even tegen. We stappen weer in de auto en rijden richting Chefchouen, Op naar de meest geweldige camping op aarde. We hebben een prachtige rit door het Rifgebergte en genieten van mooie uitzichten. Het is direct anders als je in Marokko bent, de huizen worden op een andere manier gebouwd in de stad rijden auto’s rond waarvan je denkt hoe is het mogelijk dat het nog rond rijdt en het is druk. Als we groen gras zien staat er altijd wel iemand met de hand te bewateren, schept toch weer werkgelegenheid. Bij ieder zebrapad moet je bijna wel stoppen voor overstekende mensen. Ook moet je goed opletten op het verkeer want ze duwen hun voertuig er gewoon tussen en als je niet goed oplet heb je dus meteen een aanrijding. De weg naar Chefchouwen gaat hoger en hoger en wordt mooier en mooier. Langs de kant van de weg stalletjes met tagines en andere potten, prachtige slierten opgebonden uien en manden met cactus vruchten.

We komen op de camping aan en jawel hoor, het kantoortje is enigszins opgeknapt maar niet stofvrij gemaakt. Alles ligt onder een dikke laag stof. Wij boeken een geweldige hut, thuis is mijn schuurtje nog luxer. Er staan twee bedden in met keiharde matrassen en een nachtkastje. Geen haakje aan de muur en een peer aan het plafond. Eigenlijk zou je geld terug moeten krijgen als je hierin slaapt.

We lenen de topdek mastrassen van Gea en Yvonne zodat we toch nog comfortabel kunnen slapen.

Ondertussen arriveren ook de andere teams en team Gooi en Vechtstreken komt aan in mineurstemming. Hun auto is in het laatste half uur 10 X uitgevallen en ze weten het niet meer op te lossen. Robert is zelf monteur maar staat ook voor een raadsel, Er wordt een mecanicien uit het dorp gehaald, maar ook die komt er niet uit, mede ook door de communicatie problemen qua taal. Ik bel onze gids in Fes of er een Volvo garage is en die is er, dat geeft in ieder geval een beetje moed. Robert belt met zijn vader die al zo’n oude rot is in het vak dat hij ontzettend veel know how heeft. Hij geeft wat tips en daarna gaat Robert aan de slag met hulp wat handige mannen uit andere teams. Nu maar hopen dat het helpt en ze morgen Fes halen, we houden onze vinger gekruist. Voor ons “huisje weltevree” is het een gezellige boel, de kampeertafel staat ( je moet zo’n ding natuurlijk niet voor niets bij je hebben) en we zitten er met zijn allen omheen. Het is pikdonker als we gaan slapen.