In 2019 kwam ik voor het eerst in aanraking met de Rotary Challenge. Johan wilde toen
mee rijden en ik schoof aan bij de presentatie. “We zijn géén TUI,” werd er geroepen – en ik
dacht meteen: daar moet je iets mee doen! Voor ik het wist was ik “gedoopt” tot hostess, en
hield ik me bezig met inschrijvingen en alle rompslomp eromheen. Heel veel werk, maar
eerlijk gezegd ook ontzettend leuk.
Toen Johan in 2019 terugkwam met zijn verhalen en belevenissen, wist ik: dit wil ik ook
meemaken. In 2022 reden we samen. Voor iemand die niet bepaald avontuurlijk is
aangelegd – ik ben eerder een paniekkip en regeltante – was het een sprong in het diepe.
Maar vol goede moed vertrokken we op 21 oktober richting Frankrijk.
Frankrijk en Spanje? Niet zo spannend. Maar de overtocht naar Marokko… dát is andere
koek. Op de boot ging het prima, maar eraf? Mannen met petten die busjes aan de kant
zetten – luisteren dus, en niet te veel vragen. Gelukkig was Marokko een prachtige ervaring:
een vriendelijk land, mooie mensen, lange dagen en heel veel indrukken. Natuurlijk liep er
van alles anders dan gepland, maar hé: dit is Afrika.
En toen Mauritanië… uren wachten bij de grens, foto’s maken, vingerafdrukken, van loket
naar loket. Zeven uur later mochten we eindelijk door. Daarna: zand, zand en nog eens
zand. Niemandsland vol wrakken, tv’s en oude radio’s. Onze eerste overnachting was op het
strand – een betonblok met een tent erover, vieze matten én kakkerlakken. Gelukkig hadden
we onze eigen luchtbedden en klamboe. Ogen dicht, verstand op nul, en de volgende
ochtend wakker worden met uitzicht op zee. Dát maakt veel goed.
Niet alles was rozengeur en maneschijn. Een dag later dachten we naar een hotel te gaan,
maar na acht uur hobbelen over gatenkaaswegen kwamen we aan bij… Afrikaanse hutjes. Ik
was er helemaal doorheen en barstte in tranen uit. “Dit is het moment dat je jezelf
tegenkomt,” zei Tineke. Gelukkig hielp een bakkie koffie van Rian en de wetenschap dat
morgen weer een dag was.
Een hoogtepunt was de Richatstructuur – een bizarre, buitenaardse plek in de Sahara.
Astronauten gebruiken hem zelfs als herkenningspunt. Bijzonder om te zien ( zeiden ze), al
waren we vanaf de grond vooral omringd door keien.
De grensovergang naar Senegal was ook spannend: dwars door een natuurpark, weer over
gatenwegen. Op een gegeven moment doken alle auto’s ineens van een talud af. Johan zei:
“Volg maar!” Ik weigerde en stapte uit – Johan mocht het doen. Doodeng, maar we kwamen
er.
Senegal zelf was levendig, druk, groen – en chaos alom. Mijn strategie: arm uit het raam
en proberen het verkeer te regelen. De stickers op onze auto hielpen gelukkig ook.
Het laatste traject bracht ons via Gambia naar de eindstreep. Trots waren we: slechts één
keer vast in het zand en één lekke band. In Bintang Bolong Lodge vierden we dat met bier,
dans en veel gelach. En toen… de grote intocht in Lemon Creek. Auto’s versierd, politie
voorop, muziek, tranen van vreugde. We hadden het gehaald!
Wat een avontuur. Moeilijk, zwaar, hilarisch, emotioneel – maar vooral onvergetelijk. Zo
onvergetelijk dat ik in 2026 nóg een keer mee ga, dit keer samen met Iekje Berg.



